Asfalt

Voor het eerst in jaren is mijn eczeem zo erg dat er ingrijpende medicatie nodig lijkt te zijn om mijn huid weer een beetje op te lappen. Na weken rond te hebben gelopen met te veel uitslag (en vooral te veel krabben) heeft lief mij eindelijk teruggeschopt naar de dermatoloog. Want ja, langdurig met een aandoening rondlopen waarvan je weet dat hij niet te genezen is zorgt voor een zekere apathie. Maar desondanks, of misschien juist daardoor, was het inmiddels zo erg dat het grote enge woord viel in dat gesprek.

Teerzalf.

Dun.. dunn.. dunnnn…

De meeste mensen, neem bijvoorbeeld vrijwel iedereen die ik ooit heb geaaid, hebben uit zichzelf een fijne zachte huid die in staat is zichzelf vet te houden. Als je zo’n soort huid combineert met een goed dieet resulteert dit in een prachtige glans en zo’n buitenkant waar je de hele dag wel tegen aan zou willen kruipen. Natuurlijk krijgt iedereen wel eens een puistje hier en daar, maar meer dan een keertje scrubben en wat bodylotion is niet echt nodig ter onderhoud.

Bij mij ligt dat dus een beetje anders. De huid uit zichzelf doet eigenlijk meer aan als een gedroogd, op plaatsen gebarsten, woestijnlandschap en bij de minste geringste verstoring gaat de fucker jeuken als de ***.

En zoals iedereen die wel eens langdurig jeuk heeft gehad weet: krabben genereert de perfecte feedback-loop. Dat ongelooflijk heerlijke gevoel wat je krijg van een kriebel wegjagen door er flink met je nagels overheen te raggen geeft zo onmiddellijk bevrediging dat je gewoon weet dat het een goed idee is. Dat je er vervolgens alleen maar meer jeuk van krijgt, of in het ergste geval wondjes mee creëert, wordt niet op tijd geregistreerd door je hersens en heeft dus duidelijk niets te maken met dat goddelijke gevoel van krassen en krabben.

Maar jeuk komt niet enkel alleen van het krabben. Constitutioneel eczeem, de variant waar mijn aardse ruimteschip mee is uitgerust, is een feature waar je de rest van je leven mee mag doen. Het heeft minder actieve periodes waarin je huid er, hoewel droog, behoorlijk normaal uitziet.

Jeej, make-up kan dan!

Maar ook periodes waarin het plotseling een stuk erger wordt (flares) en je je terdege bewust bent van de chronische aard van deze ziekte. In mijn ervaring worden flares vooral getriggerd door stress, maar allergieën, seizoenen of een ongezonde omgeving kunnen ook invloed hebben.

En zo beland ik eens in de zoveel tijd bij de dermatoloog om het stappenplan weer eens uit te voeren. Want in de afgelopen tien jaar is er eigenlijk weinig tot niets veranderd in de aanpak.

Je begint altijd met je favoriete vette zalf. Want droog = jeuk. Ik ga wel eens voor cetomacrogol zalf, cetomacrogol creme, vaseline paraffine en, de meest recente, koelzalf zonder rozenolie.

Oh ja, een of andere blije hippie heeft ooit bedacht dat het een goed idee is om voor een doelgroep huidpatiënten die bovengemiddeld veel allergieën heeft (bijvoorbeeld voor parfums) een zalf te ontwikkelen waarvan de standaardoptie rozenolie bevat. 

Hoe… wat… maar… ik snap het niet!

Mocht de vette zalf niet genoeg zoden aan de dijk zetten dan kun je je zalvenpakket uitbreiden met hormoonzalf. Dit soort zalven bevat corticosteroïden en die kunnen behoorlijk heftig zijn. Bij langdurig gebruik zijn er allerlei vervelende bijwerkingen, maar als je een strak smeerschema aanhoudt kan er vrij weinig misgaan. En aangezien het zowel jeuk als ontstekingen onderdrukt, ben ik zeker lid van de Fanclub Hormoonzalf!

Maar als je huid alsnog denkt de oorlog te winnen tegen het grote medische arsenaal wat tot dan toe al is ingezet, zit er maar een ding op. Dik insmeren met de meest absurde prut, afdekken met verbanden en wachten tot je een nieuwe huid hebt gegroeid!

Oké, dat komt misschien wat overdreven over, maar echt fijn is (de lichte variant van) teerzalf dus niet. Toen ik vorige week in paniek aan kwam zetten bij wat op dat moment een 10-minuten controlegesprek bleek te zijn (lees: haastig strippen en met ontbloot bovenlijf gestrest een plan van aanpak uitstippelen), was ik wanhopig genoeg om absoluut in te stemmen met alles wat mijn lieve dermatologe voorstelde. Ondanks dat het betekende dat ik een heel sterk ruikende zalf moest smeren, vrijwel overal op mijn lichaam, die je huid zo gevoelig maakt voor UV licht dat je verder als dracula door het leven moet. Oh, en had ik al gezegd dat je handschoentjes aan moet bij alles wat je doet! Stel je maar eens voor hoe je dan je veters strikt of honing op een broodje smeert…

De eerste dagen is het een enorme verlichting om die rotzooi, die ik niet meer in huis heb gehad sinds de zwarte jaren van mijn puberteit, op je huid te mogen uitspreiden. Maar al redelijk snel heb je toch meer last van de hoofdpijn die de sterke geur veroorzaakt. De benauwdheid die je vervolgens oploopt is ook al niet te prettig (heuh, zo atopisch als de pest betekent ook… astma! Ik ben zo goed gebouwd…), maar gelukkig komt het door alle beperkende factoren toch al niet in je op om een potje flink te gaan sporten.

En oké oké, dit kon ik allemaal best nog wel aan. Ik ben gewoon naar het werk gegaan, heb zelfs nog wel redelijk kunnen slapen en mijn huid werd de eerste dagen best snel beter. Maar toen stagneerde het hele gebeuren een klein beetje. Misschien was het een onderdosering (die shit moet er dik op!) of misschien was mijn huid echt te ver heen. Hoe dan ook, bij de eerste afspraak op de dagbehandeling besloot mijn lieve andere dermatoloog dat het tijd werd voor the big guns en tevens de meest heftige stap in het arsenaal van huidartsen die ik tot nu toe ooit voorgeschreven heb gekregen.

Donkere teerzalf.

Het grote boze broertje van de lichte teerzalf. Een kleivormige substantie waarbij de roze schattige lichte teerzalf in vergelijking meer lijkt op een handcreme van Nivea. Het spul waar je twee beschermende lagen verband overheen legt en wat dan alsnog onuitwasbare vlekken maakt op de kleding die eroverheen zit. De stap in het stappenplan wat het insmeerritueel, inmiddels met de hulp van een gedwongen meewerkend persoon, verlengt tot twee keer per dag een heel uur smeren en afdekken. De stap die je verandert in een rottende mummie. De stap die je huid zo diep laat verdwijnen onder lagen kleding, verband en asfalt dat je effectief geen huid meer hebt. Ook al was het doel van het hele gebeuren een betere huid. De stap die dusdanig vermoeiend is dat je weer eens weet wat chronisch ziek zijn echt betekent.

Die stap. Ja. Die kan me gestolen worden.


Deze post is ook gepubliceerd in Gaaf!, verenigingstijdschrift van de VMCE.

Picture by Abel Planting.

3 thoughts on “Asfalt”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *