Tja… daar zit je dan, als tweedejaars Wiskunde in een collegezaal te luisteren naar een hoogleraar. Zoals ieder vijfjarigkind zal bevestigen, is er niets ontspannender en slaapverwekkender dan luisteren naar de zware stem van je vader terwijl je in je warme bedje ligt. Helaas, onder andere omdat de temperatuur altijd net verkeerd is in een collegezaal, heeft de zware stem van de hoogleraar hetzelfde effect. En dat terwijl het onderwerp eigenlijk heel erg interessant is: ‘Inleiding in de Filosofie en de Ethiek voor Wiskundigen’. Dus laangzaam dwalen ook mijn gedachten af.
…Hoe zit dat toch met die geleerden. Zijn zij ook allemaal jong geweest? Hebben ze ook last gehad van puistjes, en verliefdheid, en sexuele gevoelens voor andere snotapen van hun leeftijd? Of zijn zij gewoon geniaal geboren. Lagen zij in de wieg en kon iedereen al vertellen dat het geniale mensen zouden worden en zijn ze voor de rest van hun leven ‘anders’ geweest?
En hoe weet je dan of je als geniaal persoon bent geboren? Vertellen ze je dat tijdens je opleiding, zo ongeveer tijdens het derde jaar, aan het einde van je bachelor: nou gefeliciteerd, hier is je bachelor, en oh jah, je bent geniaal. Of weet je dat al als je groep acht verlaat, omdat je ineens de slimste van de klas bent, en dat ook niet meer verandert. Of is dat niet genoeg om een geniaal persoon te zijn. Goh, wat ingewikkeld.
En stel, je bent geniaal. Hoe zou dat dan voelen? Je zou de hele dag natuurlijk allemaal ideeën je hoofd binnengestroomd krijgen. En je schrijft ze allang niet meer op, want dan zou je wel honderd boeken moeten schrijven. En iedereen zou de hele tijd naar je toe komen voor advies, eerst je vriendjes, en na een tijdje komen zelfs de hogerejaars op je opleiding voor raad. En iedereen zou je aankijken met een soort rare bewonderende blik in de ogen, ze vinden je interessant, maar ook een beetje eng. En bij de kapper zou je niet eens meer antwoord geven op de vraag wat voor school je doet. Hoe leg je uit dat je op je veertiende bent begonnen aan de studies Wiskunde en Natuurkunde tegelijk!
En hebben genies last van faalangst? Stel dat je tijdens het tweede jaar van je studie ineens een heel belangrijke ontdekking doet, dan moet je vanaf je vijftiende ineens naar iedereens verwachtingen opleven. Iedereen verwacht al dat je een slimme opmerking maakt, terwijl jij gewoon aan het mooie buurmeisje zit te denken. Of doen genies dat niet. Ik wel in ieder geval, ik kan het hele college denken aan de mooie jongen op de eerste rij. Ben ik dan geen genie?
Ik geloof niet dat het me leuk lijkt een genie te zijn. Al die verwachtingen en nare blikken… geef mij maar gewoon een normaal leven. Of kan dat nu niet meer? Verwachten ze van alle afgestudeerde Wiskundigen grootse dingen? Maar wat nou als ik dat helemaal niet kan, wat nou als ik prima cijfers haal, maar er in de praktijk ineens achterkom dat ik niks kan? Moet ik dan alsnog bij de Albert Heijn gaan werken? Of een saai secretaressebaantje nemen met een kwal van een baas? Dat zal wel niet, iedereen vindt Wiskundigen zowiezo al superslim. Dus dan zal de kwal van een baas nog steeds wel tegen je opkijken.
En ik hoef me natuurlijk ook niet druk te maken dat ik een genie ben, ik ben een meisje. Alleen mannen zijn genies toch? Op Marie Curie na ken ik geen vrouwelijk wonder, wellicht de vrouwen in de politiek, maar die hebben allemaal ballen. Heb ik dat ook? Hoe ver zou ik het schoppen met mijn hersens en mijn uitstraling? Ik hoop ver genoeg om aan de verwachtingen te voldoen.
Maar van wie zijn die verwachtingen eigenijk? Mijn ouders vinden dit al knap, die zijn nu al trots. Als ik mijn studie afrond zullen zij ook wel tevreden zijn. Als ik maar gelukkig ben in de rest van het leven en het hoofd boven water houdt. Gelukkig…
Maar wat nou als ik degene ben die de verwachtingen heeft, die de stress en angst veroorzaakt. Wat nou als ik zelf de top wil bereiken, en tegelijk heel bang ben dat ik van de steile helling naar beneden glij. Dan is het toch allemaal niet zo erg. Dan moet ik gewoon goed mijn best blijven doen, meer dan dat kan ik niet van mezelf eisen. Gelukkig ben ik de beste van de klas, de rest van de wereld zie ik toch niet… oh, de rest van de klas is natuurlijk aan het opletten. Jeetje, wie is Empedokles nou weer?!
Wat is studeren eigenlijk eng als je er zo over nadenkt. Hierna houdt het toch allemaal wel een beetje op. Niet iedereen gaat promoveren, de veiligheid van school is weg als je gaat werken. Gelukkig mag ik nog vijf jaar, ik kan het nog even uitstellen. En als ik nou mijn best blijf doen, zal de rest van mijn leven ook wel meevallen. Op naar een acht voor dit vak!
Picture by Ada Palka, 2009.