Gastblog: Niesen

Schrijversbloed zit bij ons in de familie. De kriebels om mijn gedachten op papier te zetten herken ik bijvoorbeeld duidelijk bij mijn geweldige oma. Deze week treed ze op als gast-blogger met een verhaal waar je neus van gaat kriebelen.

Onlangs werden wij, mijn echtgenoot en ik, weer bij de tandarts verwacht voor de halfjaarlijkse controle. Dit ging met de nodige Instructies gepaard over onze gezondheid, waaronder ook al of niet verkouden en of er veel geniest werd. Op de laatste vraag moest ik wel JA zeggen: Iedere avond, zodra ik in bed kruip en mijn beddenboel over me heen trek, is het raak. Vijf keer niesen, en dan is het goed en mag ik genieten van mijn welverdiende rust.

Lang geleden in de vijftiger jaren, ik was 18 jaar, was ik leerling-verpleegster in een klein ziekenhuis in Amsterdam. Eerst een jaar intern wonen. Daarna mocht je extern, was super! Piepklein kamertje, maar wel op je zelf! 

Ik woonde zo’n 20 minuten fietsen vanaf het ziekenhuis. Dus al vroeg op pad, weer of geen weer, snel omkleden, om op tijd op de afdeling te zijn, want om zeven uur begon de werkdag. Aangekomen op de afdeling werd om vijf minuten voor zeven het verslag over voorgaande nacht voorgelezen door de hoofdzuster. De aanwezige verpleegsters waren dan muisstil, behalve ik. Als een gek stond ik te niesen, er werd geërgerd naar mij gekeken. Maar ik kon er niets aan doen! De temperatuurwisseling van buiten naar binnen (vaak ineens te warm!), maakte dat ik zo reageerde. En dat was bijna iedere dag het geval.

Dit is de arts-directeur ter ore gekomen. Op een gegeven moment kwam hij naar mij toe en zei: “jij hebt gewoon geen zin in je werk, daarom sta je zo te niesen.” Ik was heel verbaasd. Je kunt niet zomaar niesen zonder prikkels en dat dan uitgesproken door een arts. Vreemd, om niet te zeggen: dom. Ik was in die tijd nogal verlegen en had geen weerwoord. En tja, de verhoudingen lagen toen ook anders in dat wereldje dan nu.

Nu nog steeds heb ik bij plotselinge temperatuurwisselingen aanvallen van veel achter elkaar niesen. Maar verder is er goed mee te leven en: WERKEN! Het voorval ben ik echter nooit vergeten.

Chaja Kause


Foto door Abel Planting.

Gastblog: prikken

Schrijversbloed zit bij ons in de familie. De kriebels om mijn gedachten op papier te zetten herken ik bijvoorbeeld duidelijk bij mijn geweldige oma. Deze week treed ze op als gast-blogger met een kijkje in haar jonge jaren als verpleegster.

[Content warning: naalden]

Als grootmoeder van Hanne lees ik altijd natuurlijk als eerste háar bijdrage in het blad van de VMCE en haar stukjes op deze blog. Trots blijf ik altijd op deze knokker! In reactie op het verhaal van Hanne’s angst voor prikken, heb ik ook zo’n ervaring uit mijn jonge jaren. Dit speelt zich af in 1953.

Als  leerling verpleegster van 18/19 jaar (tegenwoordig verpleegkundige), moesten we natuurlijk naast het verzorgen van de patiënten, ook de diverse handgrepen leren. Waaronder prikken.

Door de jaren van oorlog 40/45, en gebrek aan middelen ook de jaren daarna, was van de ontwikkeling van b.v. verfijnde naalden nog niets te bemerken. Dus de naalden waren behoorlijk dik én moesten bewaard en uitgekookt worden om bij een volgende prikronde weer gebruikt te kunnen worden.

Toen de tijd daar was voor mij om ook te leren prikken, was het even slikken: Dapper zijn, niets laten merken dat het de eerste keer was. Het bovenste buitenste deel van de bil van de patiënt bepalen, dan desinfecteren. Niet vergeten het kleine luchtbelletje uit de naald te drukken en dan met een flinke beweging de naald op het uitgekozen deel van de bil door de huid doen en de vloeistof er rustig inspuiten.

Ik had het geluk dat ik een patiente had die liggend op haar zijde zeker 40 cm hoog kwam. Met andere woorden: een flinke bilpartij. Toen was mijn gedachte: haar kan ik onmogelijk bezeren, en dat bleek ook. Ze heeft geen kik gegeven. Mijn prik-doop was goed verlopen

Later nog wel eens met een patiënt een aanvaring gehad, aangezien ik linkshandig ben. Mijn antwoord was dan altijd: als ik je met mijn andere hand prik, dan zal ik je zeker pijn doen! Het rechtshandig prikken ben ik ook nooit gaan doen.

Tegenwoordig zijn de naalden dun en worden meteen weggedaan. Die oude naalden liggen zo hier en daar in een vitrine en kun je ze bekijken. Ik krijg dan tranen in de ogen, niet van de pijn maar van de nostalgie.

Chaja Kause


Cover komt uit het archief van Chaja (links in de foto, fotograaf onbekend). Helaas weet ze de naam van haar collega niet meer. Foto onderaan door Abel Planting.

Chaja