Waarom ontspannen moeite kost

Gesloopt gooi ik de deur achter me dicht en schop ik mijn schoenen uit. Ik ben nog steeds niet gewend aan het feit dat het al donker is als ik thuis kom, ook al is het al januari. Dat ik wat langer heb doorgewerkt vandaag helpt daar natuurlijk niet echt bij. Het werk lag stil in de kerstvakantie en dat is te merken aan de werkdruk. Het lukt me dan ook minder goed om de gedachten over onafgemaakte klussen van me af te schudden.

Maar het is vrijdag, eindelijk weekend, en dit is mijn tijd. Ik heb een gezellige date gepland en ben vastbesloten van mijn avond te genieten. Een jaar geleden zou ik de koelkast hebben opengetrokken en mezelf hebben beloond met een speciaalbiertje of een gin tonic. Hoewel ik niet zo’n voorstander ben van gedachteloze alcoholconsumptie, is het moeilijk ontkennen dat dat ene drankje na een lange week toch wel een heel betrouwbare manier is om snel te ontstressen. Gemakkelijke verlichting.

Het nadeel van leven met eczeem, helaas, is dat het simpel op te lossen problemen kan omvormen tot enorme uitdagingen. Natuurlijk zijn er de beruchte dingen (slapen, huisdieren, zwemmen), maar soms reiken de tengels van die stomme ziekte verder dan je verwacht en word je gedwongen om gewoontes goed onder de loep te nemen.

Afgelopen zomer ben ik begonnen met systemische medicatie om mijn huid – en mijn sanity – wat welverdiende rust te geven. Trouw neem ik elke week een dosis methotrexaat en als tegenprestatie is mijn afweersysteem zo vriendelijk om mijn huid met rust te laten. Geweldige deal. Wel met de kleine lettertjes dat er kans is op nier- en leverschade en ik dus abso-fucking-lutely geen alcohol mag drinken. Minder jeuk maakt dat het alsnog hartstikke waard. Maar het betekent dus wel dat ik een alternatief heb moeten zoeken voor het geweldige, laagdrempelige effect van ontspannen-binnen-een-kwartier dat een alcoholische versnapering biedt. En dat was even zoeken.

Ontspannen heeft namelijk, ironisch genoeg, een bepaalde mate van investering nodig. Hoe fijn het ook lijkt om onderuitgezakt multimedia te consumeren, uiteindelijk laad je meer op van net iets actievere bezigheden. Een boek lezen werkt beter dan een film kijken, een wandeling maken werkt beter dan op de bank hangen en sporten ontstrest beter dan niets doen. Het kost energie om echt te relaxen… ook al kan die drempel behoorlijk hoog lijken als je al vermoeid en gestrest bent.

Een jaar geleden had ik mezelf uitgelachen als ik had voorgesteld om na het werk te sporten ter ontspanning. Uitsloverig gedoe. Maar wanhopige tijden vragen om wanhopige maatregelen en de hele avond gestrest blijven is ook geen acceptabele optie. Ik slaak een diepe zucht, strompel mopperend naar mijn kledingkast en vis een sport-bh uit mijn ondergoedla. Joggingbroek, reflecterend hesje, mp3-speler, hardloopschoenen… Terwijl ik nog bezig ben mezelf te overtuigen van het nut van deze belachelijke exercitie, stap ik de vrieskou in en begin ik aan mijn tweewekelijkse rondje. De eerste kilometer is lang, maar daarna kom ik er lekker in en blijken die neurotransmitters waarover iedereen het altijd heeft inderdaad helemaal geweldig.

Als ik een uur later verfrist, geactiveerd en voldaan onder de douche vandaan stap, branden er kaarsjes in de woonkamer en komt mijn lief aanlopen met een pot basiszalf. ‘Sportmassage?’


Picture by Abel Planting.

Een aangepaste versie van deze post is ook gepubliceerd in Gaaf!, verenigingstijdschrift van de VMCE.

Kiezen voor sanity

Als promovendus heb ik voor de lastige taak gestaan om mijzelf, in mijn eentje, vier jaar lang te motiveren zonder duidelijke structuur, substantiele mogelijkheden tot samenwerking of mentale support. En net als 50% van mijn PhD-collega’s ging ik hieraan onderdoor. Ik werd overspannen.

Mijn persoonlijke respons op de stress van onderzoek was procrastination. Uitstelgedrag. De berg van werk die nog gedaan moest worden -en ooit zou moeten resulteren in een boek, een belangrijke presentatie en beoordeeld worden door een comité- was zo groot geworden dat ik me er simpelweg niet toe kon zetten om nog geconcentreerd aan het werk te zijn. Dus leidde ik mezelf af op alle mogelijke manieren. Zoals achteraf zo mooi te herkennen is, zorgde dit ervoor dat de berg die ik probeerde te beklimmen alleen maar hoger leek te worden terwijl mijn zelfvertrouwen zo klein werd dat ik oprecht niet meer dacht dat ik slim genoeg was om onderzoek te kunnen doen. Imposter syndrome en stress-symptomen namen me over. De bedrijfsarts zei dat het beter was als ik drie maanden niet werkte om te herstellen. Uiteindelijk was ik na negen maanden pas/al weer voor 50% aan het werk.

Als gevolg hiervan liep ik, aan het einde van mijn vierjarig contract, behoorlijk achter. In september hoorde ik dat de universiteit mij geen verlenging kon geven om de twee artikelen nog te schrijven die nodig zijn om te promoveren. De conclusie was dat ik waarschijnlijk nooit zou promoveren.

Aangezien ‘het doen van een PhD’ nogal flink samenhing met mijn gevoel van identiteit en eigenwaarde, duurde het even om de schrik en rouw te verwerken die dit nieuws bracht… maar daarna kwam introspectie. Want voor een lange tijd zorgde de druk op mijn schouders, de tunnelvisie van een PhD, ervoor dat ik alleen maar kon kijken naar mijn ‘falen’. Ik focuste op wat ik verkeerd deed en hoe ik ervoor moest zorgen dat het beter zou gaan. En juist doordat de PhD zo samenhing met mijn eigenwaarde, vergat ik dat een PhD ook gewoon een baan is. En hoewel ik oprecht het onderwerp nog steeds hartstikke interessant vind (image processing op het hart met MRI en tensorrekening) en onderzoek nog steeds waanzinnig gaaf vind, kon ik niet anders dan concluderen dat de werkvorm van een PhD me grondig ongelukkig maakt.

Dus toen ik een aantal dagen na dit gesprek te horen kreeg dat ik alsnog een verlenging zou kunnen aanvragen onder specifieke voorwaarden en dan wellicht, door hard te werken en wellicht in mijn eigen tijd door te gaan alsnog mijn papiertje kon halen, besloot ik om dit aanbod vriendelijk af te slaan.

Ergens ben ik dankbaar dat overspannen zijn mij dwong om mijn leven van wat afstand te bekijken. Hierdoor was het proces van het loskoppelen van ‘een PhD doen’ van mijn eigenwaarde al begonnen. Dat heeft het ietsje makkelijker gemaakt om de moed op te brengen om geen verlenging aan te vragen en te kiezen voor mijn eigen geluk.

Hoewel… makkelijk…

De beslissing is uiteindelijk pas tot stand gekomen na een dag hard huilen, drie dagen complete numbness, een goed gesprek met mijn psychologe, een alternatief carrièreplan opstellen en daar alvast wat netwerking voor doen en een verhelderende spoed-vakantie naar Glasgow om mijn mede-slachtoffer en goede vriendin ook-PhD-er op te zoeken. Je eigenwaarde herdefiniëren is maar lastig…


Een aangepaste versie van deze post is ook gepubliceerd in Gaaf!, verenigingstijdschrift van de VMCE.

Treat yourself as you treat others

Ik heb een goed voornemen, een poging om een kleine gedragsverandering teweeg te brengen bij mezelf. Toen ik het prachtige stuk van Raafling voor het eerst las moest ik de tranen uit mijn ogen vegen omdat het zo kwetsbaar geschreven, maar vooral zo herkenbaar, was. Vreemd genoeg had ik het sentiment van dit stuk al vaak genoeg langs horen komen, maar het idee is nooit echt blijven hangen.

Natuurlijk wist ik dat ik strenger was voor mezelf dan ik voor anderen ben. Maar nog nooit eerder werd ik zo gemotiveerd om hier iets aan te veranderen dan bij het lezen van haar tekst. Want de dingen die ik tegen mezelf zeg… jeetje, ik zou het nooit in mijn hoofd halen om dat soort dingen tegen anderen te zeggen. Wat ben ik een ongelooflijke bully!

Bij gebrek aan motivatie heb ik niet opgezocht hoe het zit met gedragsveranderende therapie, maar neem ik de hopelijk goed doordachte stappen over die we hebben genomen bij de cursus Jeuk!

Stap 1: Bewustwording
Noteer elke dag een uur alle gedachtes die je tegen jezelf zegt. De negatieve gedachtes, de gemene gedachtes, de veroordelende gedachtes, de gedragscorrigerende gedachtes.

Stap 2: Een doel.
Noteer elke dag een uur alle gedachtes die je tegen jezelf zegt, en probeer daarbij een counter formulering te bedenken.

Bij het uitvoeren van deze stappen kwamen er al redelijk snel behoorlijk nare gedachtes bovendrijven. Om helemaal eerlijk tegen mezelf te zijn, heb ik besloten om de lijst die ik tot nu toe heb verzameld hier te publiceren. Dus bij dezen, een ongefilterde kijk in mijn onzekerheden… Here goes!

Je moet kiezen tussen lekker eten en dun zijn.
Je kunt gezonde keuzes maken om je gezonder te voelen.

Als je iets lekkers voor jezelf haalt, dan ben je aan het falen.
Je verdient het om iets lekkers te kopen, want je voelt je rot.
Af en toe iets lekkers is prima, maar heb je hier echt zin in of is het een dwangmatigheid?

Je bent te dik om modieuze panty’s te dragen.
Modieuze panty’s staan je geweldig.

Je kunt toch niet genoeg geld sparen.
Huh, hoe kom je hier bij? Kijk op je spaarrekening!

Als je nu extra vroeg opstaat kun je nog net wat werk afkrijgen voor de meeting om niet voor lul te staan. Dan geloven ze tenminste dat je niet lui bent.
Kun je nog iets nuttigs doen voor deze meeting?
Ja: doe maar. Als het niet af komt, ook goed.
Nee: sta op en maak een plan van aanpak voor de komende dagen. Een paar dagen niets doen kan gebeuren, maar laten we proberen dit patroon te doorbreken.

Je bent lui.
Je hebt wel eens moeite met je aan je voornemens houden.

Zie je wel, je faalt altijd, je kunt niet eens onthouden dat je op je krabgedrag moet letten.
Gedragsverandering is moeilijk, het is OK als het niet altijd in een keer lukt.

Zie je wel, je faalt altijd. je kunt niet eens voor een meeting voorbereid komen en in het weekend eventjes wat uurtjes werken. Je gaat ALTIJD je tijd verdoen op youtube.
Het is wel eens lastig om je niet te laten afleiden door alle dingen die ook interessant zijn. Dat kan gebeuren. Misschien kun je nu weer even focussen op iets wat moet gebeuren? Begin maar gewoon.

Je werkt nooit.
Je vindt geconcentreerd werken wel eens lastig.

Je hebt nog niets bijgedragen aan het werk van je PhD.
Wetenschap gebeurt altijd in kleine stapjes en dat is niet altijd zichtbaar.

Alles wat je in je PhD hebt bereikt is het werk van anderen die voor jou kwamen.
Je hebt energie gestoken in het uitwerken van andermans ideeën. Dit is prima vooruitgang.

Je conference papers tellen (waarschijnlijk) niet mee voor je promotie, dus je hebt nog niets bereikt.
De conferentie papers tellen misschien niet mee, maar zijn wel een goede basis om later een samenvatting van te maken.

Je gaat je PhD niet op tijd afkrijgen en wat je wel af gaat hebben gaat slechte kwaliteit zijn.
Niet alle PhD’s hoeven de nobelprijs te winnen. Maar als je inhoudt echt slecht was geweest dan waren de papers niet geaccepteerd.

Als ik later dun ben, dan…
Je bent mooi zoals je bent. Maar als je zin hebt, kun je nu een gezonde beslissing maken?

Ik mag niet halverwege een sex-handeling zeggen dat ik het niet leuk vind omdat het sfeerverpestend is of hij/zij toch niet begrijpt wat je wel wil.
Deze kan ik meestal snel van me af schudden, omdat ik dit niet echt vindt. Maar ik vind het toch choquerend dat het af en toe door mijn hoofd gaat!

Bij gebrek aan motivatie heb ik niet opgezocht hoe het eigenlijk zit met gedragsveranderende therapie.
Ik ben er nog niet aan toegekomen om de details hiervan te bekijken. Vermoedelijk heeft dit nu geen prioriteit.

Die puist op je gezicht maakt je lelijk.
Iedereen heeft wel eens (tijdelijke) imperfecties.

Je kunt nooit meer mooie kleren aan, je moet altijd in de verbanden lopen.
Een chronische ziekte hebben betekent niet dat het altijd slecht gaat. Er komen betere tijden. Mindfullness helpt!

Dit rokje, wat je hebt gekocht om je stoerder te laten voelen, laat je er ordinair uit zien.
Er is niet zoiets als ordinair. Als het zelf echt mooi vind is het mooi.

Je haar is lelijk.
Je vind je haar nu even niet op zijn mooist. Sommige dagen zit het awesome!

Je hebt geen gevoel voor stijl.
Je hebt andere kwaliteiten